59. Perspectief

Perspectief

Het perspectief waarin we dingen beschouwen blijft een terugkerend thema. Gisteren zat ik met een vrouw in de zaal tijdens de behandeling die haar kind van 16 jaar oud plotseling is verloren. “Dat ik nu borstkanker heb is een peulenschil voor mij.” Ik kan me dat helemaal voorstellen. Volgens mij is er geen grotere pijn dan verlies van een kind, ongeacht de leeftijd. Een kind overleven voelt tegennatuurlijk en toch gebeurt het. De schilder die hier vorig jaar in huis aan het werk was vertelde dat ook. “Na het verlies van onze dochter kreeg ik een heel andere kijk op de wereld”.

De vrolijk babbelende bollenboer

De vrolijk babbelende bollenboer (blog 54) was er ook weer. Volgende week de laatste. Ik begon net aan hem te wennen en ben blij de behandeling een aantal keren met hem te hebben beleeft. Hij verteld: “Ik sprak iemand met kanker die zei: “zie je deze paal? Dat is waar ik nu sta. Zie je dat hek? Daar houdt het voor mij op:”.  De vrolijk Babbelende bollenboer zei: “Ik heb levensverlengende behandeling. Ik ben twee jaar verder dan men had verwacht. Zie je die dijk? Dat is zover ik kan kijken. Na die dijk kan er niets meer zijn, of wel, dat weet niemand….

Vorige week zat ik op de zaal met een dame die uitzaaiingen heeft. Zij krijgt drie dagen chemo achter elkaar, waarvan de eerste een cocktail. Dan 18 dagen herstel periode. Er stond voor haar na deze chemo weer een scan op de agenda. Het niet weten, de onzekerheid speelt parten voor ons allemaal. Dat vreet energie.

Illusies van welzijn

De illusies van welzijn beschermen ons tegen deze spanningen. Het gevoel onkwetsbaar te zijn, duurzaam, controle te hebben en foutloos te zijn, wordt weggevaagd op het moment dat ziek en zeer de drempel over stapt. Zoals het er nu uitziet, heeft ons proces, een begin, een midden en een eind. Hoewel, als je eenmaal kanker hebt of hebt gehad, heb je het nooit niet meer gehad. De realiteit is nu eenmaal dat rampspoed ieder van ons kan treffen. Wat heerlijk dat we daar niet dagelijks bij stil hoeven te staan en illusies van veiligheid ons beschermen.

Klachten

Er wordt altijd gevraagd of er nog (pijn) klachten zijn. En dag voor de behandeling wordt ik gebeld en voor het aansluiten van het infuus wordt er ook geïnformeerd. Aangezien ik wel wat pijnklachten heb wordt er direct gehandeld om te zien of medicatie zinvol is. Ik krijg de arts aan de afdelingstelefoon. Welke klachten ervaar je precies. Ik wil dit graag in kaart brengen om te belpalen of en welke pijnmedicatie zinvol is. En of verlagen van de chemo dosering aan de orde is om blijvende klachten te voorkomen. Ik vertel hoe het ervoor staat. Heb je al paracetamol geprobeerd?  Nou nee, er is mij verteld dat dit niet helpt. “Ik snap het, je wilt je lichaam en organen niet meer belasten dan nodig is.” Weet je, begin toch met paracetamol om te zien wat het doet voordat ik iets anders voorschrijf. Voor aanstaande donderdag hebben wij een telefonisch gesprek in de agenda staan en dan bespreken we het weer. Eerder contact opnemen mag altijd.

Geen klagen

Wat dat betreft echt geen klagen op de oncologie afdeling. Ik voel me daadwerkelijk gehoord, gezien en serieus genomen. Gelijkwaardig, geen afhankelijk slachtoffer. Gewoon een volwaardig persoon die zelf beslissingen neemt. Daarnaast krijgen we vandaag bij het drinken een bitterbal geserveerd. Zo leuk! De ene keer poffertjes, de andere keer fruit. We voelen ons daar over het algemeen in goede handen. Dat is wat we beamen als patiënten onder elkaar. Dat en het optimisme onder de patiënten. Ongeacht leeftijd, want het is een gemêleerd gezelschap. Een sfeer van hoop en optimisme ongeacht welk toekomst perspectief. Er komt een man binnen die de vrolijke babbelende bollenboer herkent. He! Ben je weer terug?! Jij was toch klaar? De man ziet er mager uit. Ja, het blijkt toch weer terug te zijn. Hij klautert in de stoel om zich te laten aansluiten om het infuus.

Nagels

De dame naast mij, wiens kind is overleden, verliest haar nagels. Ik denk aan mijn teennagels. Het gevoel herkende ik al. Wij hadden vroeger een papagaai die mij wel eens beet. Dan ging mijn nagel er ook af. Het blijkt uitzonderlijk te zijn dat je nagels verlies en zij heeft deels een ander soort behandeling dan ik. Als het goed is, krijg ik nu 12 keer dezelfde soort chemo. Zij krijgt ook nog om de drie keer een cocktail toegediend omdat zij een agressief groeiend soort kanker heeft. Het kan bij mij dus met een sisser aflopen. Uit al deze verschillende verhalen kan ik mijn situatie weer in een positief perspectief plaatsen. Het is niet wat ik zie, het is hoe ik het zie. Niet om het kleiner te maken dan het is. Ik heb een levensbedreigende ziekte in mijn lijf dat we proberen te bestrijden met goede kans van slagen. Zoals mijn buurvrouw in de stoel naast me zegt: “Tegen mijn kinderen zeg ik: “Ik ga niet dood. Van jullie hou ik groots en als ik wel dood ga vind ik het ook goed. Dan ben ik weer verenigd met mijn kind wat ik ben verloren.” Op dat moment tel ik mijn zegeningen.