Afstemmen
Afstemmen. Daar gaan we weer! Afstemmen op de nieuwe situatie. Ik dacht dat de bestraling wel zou meevallen en ik heb het onderschat. De behandelaars kunnen tegen mij beter niet zeggen, dat er mensen zijn die er helemaal geen last van hebben. Bij de een schept dat hoop, bij mij schept het verwachtingen. Hoop en verwachtingen. Tegenstellingen, paradoxen van het leven. Dat is voor behandelaars steeds maar weer afstemmen. Tegen wie, zeg je wat, als je iemand nauwelijks kent? Want wie verwachtingen heeft, kan teleurgesteld worden, of juist voldoen aan de verwachting van vermoeidheid, terwijl dat niet hoeft.
Ineens doodmoe
Mijn conditie is bij de fysio getest, was top, dus dan hoor ik vast bij die groep die er zo doorheen fiets. Puh, ik heb een chemotraject achter de rug. Wat kan mij gebeuren? Mispoes! Ik werd op maandag na de eerste bestraling ineens hartstikke moe. Viel s’ middags op de bank in slaap. Dat gebeurt me nooit? Ook s ‘avonds lig ik steeds vroeger in bed. Mijn ogen vallen gewoon dicht. Dat voelt als falen en te kort schieten. (blog 60) Want, anderen hebben hier geen last van, zeggen de behandelaars. Natuurlijk had ik wel een reactie verwacht, ik ben hartstikke sensitief. Na een behandeling bij een fysiotherapeut kan ik al slapen. Maar het overvalt me toch.
Afstemmen met lotgenoten
Wat ben ik blij met ons app groepje met mijn chemo maatjes. Ik vraag hoe de anderen het ervaren. Iedere maandag had ik een dip, was het antwoord. Oké, dit is dus niet raar. En ook wel raar, want na een weekend zonder bestraling zou ik na de eerste keer geen dip verwachten. Ik hoor op de fysio van een vrouw dat zij nergens last van had tot vlak na de bestraling. Bam, ineens nergens meer toe in staat. Dan maar liever nu en eraan toegeven. Ik voel me heel….ik weet niet hoe ik het moet omschrijven? Als ik opsta voel ik me wel goed en na de bestraling gaat er een knop om. Het is niet verdoofd of zo, niet futloos. Gek onwerkelijk gevoel van moeheid. Ik heb er geen woord voor om het te omschrijven.
Het kan altijd erger
Maar klagen heeft geen zin en als ik hoor wat lotgenoten allemaal voor slecht nieuws krijgen bij de uitslag van de weefselkweek, voel ik me toch een zondagskind. Schokkende verhalen over extra behandeling is geen uitzondering. En er zijn mensen die bestraalt worden tijdens hun chemokuur. Daar moet ik toch helemaal niet aan denken. Het kan altijd erger en dan gaat men ook door.
Conditie
Mijn conditie heeft duidelijk een opdonder gehad. Was het op donderdag nog top, maandagochtend is het niveau gekelderd. Dat merk ik tijdens mijn wandeling. Ik besluit een heuvel op te lopen. Dat doe ik op de loopband bij fysio ook. Maar nu kom duizelig en uitgeput boven. Bij het klauter traject wat ik voor de lol probeer, haak ik af. Ik ben gelukkig zo slim geweest om een ronde om het meer te lopen in plaats het risico te nemen om te verdwalen in de duinen. Eerder liep ik dit met gemak. Ook op de betere dagen van de chemo lukte dat.
Rubberen benen
Nu loop ik nog maar halverwege met rubberen benen en moet ik af en toe gaan zitten. er staan gelukkig genoeg bankjes onderweg. Ik gier van de honger en dorst. Alles is nog dicht op dit tijdstip. Gelukkig zie ik wat bramen onderweg die ik kan plukken. En heb ik een fles water met een broodje in de auto liggen. Op dinsdag bij de fysio merk ik ook de achteruitgang. En weer veel pijn in mijn benen en gewrichten. Dat valt me vies tegen.
Tijd afstemmen
In de loop van de week is het wat bijgetrokken. Heel gek. Bij de chemo was het ritme van niets naar bewegingsvrijheid. En dan terug naar niets. Nu is het van bewegingsvrijheid naar beperking. Dat ervaar ik als veel lastiger! Bovendien hebben de meiden achter de balie hun stinkende best gedaan om de tijdstippen van de bestraling op mijn verzoek in de ochtend te plannen. Dat is gelukt. Enkel wel zo dat ik om half negen in de buurt ben en bijvoorbeeld pas om half twaalf in de magnetron kan. Uurtje wandelen, boek mee en dan weer uren voordat de school uit is dus toch maar even naar huis om te rusten. Ik rij iedere dag zo’n 80 kilometer heen en weer. Dat helpt ook niet. En op dagen dat Jaro er morgens niet is, kan ik om 9:00 terecht. Ik onderga het lijdzaam.
Afstemmen op elkaar
Omdat ik moe ben, ben ik ook weer prikkelbaar. René heeft de neiging om het huis binnen te stappen en direct zijn verhaal te spuien. Vooral ongenoegen over wat er allemaal mis gaat. Omdat ik dat geklaag van Jaro al incasseer, die, zoals een echte puber betaamd, zodra hij de auto instapt begint met klagen, kan ik de lading en het volume van René niet altijd zo snel verwerken. Bij Jaro ben ik erop voorbereidt. Ben René weet ik nooit wanneer hij thuis komt en zit ik soms lekker in mijn eigen bubbel, die dan bruut wordt verstoord. Bovendien helpen die strepen op mijn lijf en het ontbloot bovenlichaam onder zo’n apparaat, niet bij mijn gevoel van aantrekkelijk zijn. Gloeiende, schrijnende borst en oksel, maakt aanraking weer ongemakkelijk.
Terug bij af
Het voelt een beetje terug bij af. Een stap terug doen is nu eenmaal niet fijn. Maar het is tijdelijk. Ik ga gewoon lekker aftellen, nog maar 8 keer. Over anderhalve week ben ik hiervan af. Hoewel ik hoor dat het een behoorlijke nasleep kan hebben. Door nu toe te geven aan vermoeidheid, hoop ik de schade te beperken.