10. Erg, erger, ergst. Verlies door ziekte en relativeren.

Erg, erger, ergst.

Nu de situatie weer wat is bedaart tot de volgende stap. Probeer ik opnieuw te bepalen waar ik nu sta.
Tot kort geleden had ik geen idee. Ik voelde me gezond.
Toen ineens een tumor in mijn lijf. Help! Ik heb kanker.
Daarna bleek dat het beperkt is gebleven tot mijn borst en mijn lymfe.
“Gelukkig, ik heb alleen maar borstkanker “

Het is niet wat je ziet, het is hoe je het ziet.

Bizar hoe verandering van perspectief hetzelfde feit in een totaal ander daglicht kan stellen.
Hier bij ons aan de overkant heeft een jong kind diagnose leukemie. Een ziek kind lijkt me veel erger dan het zelf te hebben. Kinderen zijn de toekomst. Dat is tegennatuurlijk.
Ik heb wel eens gedacht. Stel dat ik wel overlijd in de nabije toekomst. Dan hebben de achterblijvers een lege plek. Ik heb dan nergens last meer van.
Vergeleken bij de man van mijn vriendin, heb ik ook geluk.
Het kan altijd erger.

Vergelijken

“Het kan altijd erger” is op zich een helpende gedachte. En ook een beetje gevaarlijk.
Door deze levenshouding heb ik mezelf al eens in een burn out gewerkt.
Het kan altijd beter, meer, sneller, erger mooier. Ik doe altijd te kort.

Door te vergelijken met anderen die het of beter of minder goed hebben kun je je eigen situatie ook bagatelliseren. (kleiner maken)

Ik moet niets, ik hoef alleen een beetje lief te zijn en piepers te schillen.

Als ik enkel zou denken: Ik moet voorlopig helemaal niets. Ik hoef enkel een beetje lief te wezen en piepers te schillen. Wat feitelijk wel waar is. Dan zou ik mezelf onrecht aandoen.
Het is naar om kanker te hebben. Ook al zijn we er op tijd bij en kan het erger.
De onderzoeken, de afspraken, het wachten op uitslagen, chemo enz.
Het is naar om mijn haar te verliezen.
Het is naar om te stoppen met werken.
Het is allemaal verlies van dagelijks functioneren.
Verlies gaat gepaard met rouw.
Rouw is inwendig hard werken.
Herstellen is inwendig hard werken.

Uit balans

Een kleine opmerking van een monteur vanmorgen bracht mij al uit balans. Hij is de afgelopen maanden wel eerder bij ons geweest. De beste man vroeg enkel vriendelijk: “Mag jij doorwerken tijdens deze lock down? “
Plop, in no time moest ik diep ademhalen en vulde mijn ogen met tranen.
Hortend en stotend vertelde ik de reden dat ik nu thuis ben.
“Over een paar weken ben ik net zo kaal als jij”, grapte ik nog.

Zo veel onzekerheid

Ook al is mijn proces tijdelijk, de realiteit is dat er een ziekte in mijn lijf zit ,die eruit moet. En dat er best veel bij komt kijken. Emotioneel en ook praktisch.
Jaro moet een beugel. Op zich geen big deal en nu opeens een heel geregel.
Wat kan praktisch wel, wat niet? Er moet veel verder over worden nagedacht.
Er is zo veel onzekerheid. Onzekerheid brengt ongemak en dat vind ik intensief.

Hoopvol en positief

Het is oké om hoopvol en positief te blijven. Met oog voor de realiteit.
Om in deze “nieuwe realiteit balans te vinden is hard werken. Naast ziektewinst is er ook verlies.

Wat heb ik nodig?

En om dat de doorleven heb ik soms rust en ruimte nodig.
Soms steun, soms een luisterend oor.
Soms is een lief gebaar of een klein berichtje dat je aan me denkt, juist fijn.
Soms een lach, soms een traan.
Vaak een grap of een wandeling in stilte.
Het hoort er allemaal bij.