54. Tweede serie chemo

Tweede serie chemo.

Een dag voordat de tweede serie chemo begint wordt ik gebeld. Gaat alles goed? Heeft u nog vragen? Deze chemo zou lichter zijn toch? vraag ik. Ik blijf vragen om bevestiging van wat ik eerder heb gehoord. “Nou, nou, nou, dat is niet perse zo hoor” is het antwoord. Er zijn ook zeker bijwerkingen. Neuropathie, uitvalverschijnselen, tintelingen, nagelpijn, zenuwpijn, hoofdpijn, katergevoel. Gebrek aan gevoel in de voetzolen zodat u verwondingen krijgt als u ergens in stapt. Dat gaat ontsteken.  Als u geen servies meer overhoud omdat alles uit uw handen valt. Of u onderbenen niet meer voelt, zodat u niet meer kunt staan. Dan gaan we de dosis verlagen. En de chemo is nu iedere week. De komende 12 weken wordt u door ons geleefd. Dit is niet helemaal wat ik wilde horen…. Neurologisch zit ik al een beetje gebrekkig in elkaar en de rest klinkt ook nogal onaantrekkelijk….

Toediening van de tweede serie chemo

De eerste toediening van de tweede serie chemo begint met een verdovend middel. In no time zit ik te trippen. Autorijden is geen goed idee. En dat terwijl gezegd is dat autorijden mogelijk wel kan. Ik blijf dus afhankelijk van vervoer naar het ziekenhuis en terug. Nou ja, er rijden ook taxi’s. Thuis heb ik geen medicatie meer, zoals bij de vorige kuur. Enkel de tabletten tegen misselijkheid die ik al had. Indien nodig mag ik deze nu ook innemen. De verdoving via het infuus is tegen eventuele allergische reacties. Ik voel me net zoals onze hond eruit zag een paar dagen geleden na zijn narcose. Volledig van het padje af. Wow! Lijpe shit, ouwe! Niet op een lekkere ontspannen manier. Meer zoals na een te heftige kermis attractie.

Gesprekken

Ik hoor dat de andere patiënten gesprekken voeren. Ik zou graag gezellig mee willen praten en het denken kost nu al te veel moeite. Later als het gevoel wat is afgezakt babbel ik wat mee. Bij eerder infuus was iedere aanwezige erg op zichzelf. Vandaag is er een vrolijke babbelaar die onderwerpen in de groep gooit waardoor en gesprekken op gang komen. Ik vind dat wel leuk. Hij kreeg zelf twee jaar geleden te horen dat hij nog ongeveer twee maanden had. Gelukkig is hij er nog. Hij heeft drie zoons. Naast mij zit een vrouw met een pruik. Zij heeft een zoontje van tien jaar. Haar pruik staat netjes en toch voegt het beeld niet. Later besef ik hoe dat komt. Haar wimpers zijn ook uitgevallen. Hoe zo’n detail toch een groot verschil maakt?! Aan de andere kant zit een jonge vrouw. Zij heeft een kind van zes en gaat na haar infuus naar het schoolplein. “Klagen doe ik niet, dat doe ik wel als ik dood ben” hoor ik haar zeggen. Gewone mensen, zoals jij en ik.

Tevredenheidsonderzoek

We krijgen een papier met het verzoek een tevredenheidsonderzoek in te vullen. Ik ben erg tevreden op de tegenstrijdige berichten na. Ik heb er begrip voor, want iedere verpleger ervaart andere dingen. Maar behoefte aan duidelijkheid heeft het zwaar. En ik baal er stevig van dat ik pas op de dag van het eerste infuus in het boekje las dat het verstandig is een bezoek aan de tandarts te brengen, voordat de chemo behandeling begint. De zorg op de afdeling is geweldig. Lief, attent, zorgzaam, luisterend oor en een grap tussendoor. Wij krijgen tijdens het infuus voldoende eten, drinken en lekkernijen aangeboden. Petje af voor de afdeling. We zijn in goede handen.

Thuis na de eerste van de tweede serie chemo

Thuis gekomen na de eerste toediening van de tweede serie chemo duik ik mijn bed in. Ik drink heel veel koolzuurhoudend water. Omdat ik erachter ben gekomen dat dit nog wel smaakt. Ik wil heel graag zo veel mogelijk afval uit mijn lijf spoelen. Ik heb een gewone maaltijd opgegeten en ondanks het zware gevoel in mijn lijf, is het te overzien vergeleken bij de andere chemo. De nacht is wat onrustig. Ik ben weer wat hyper, zweten en zie elk uur van de klok. Na een beker warme melk rond een uur of drie slaap ik weer wat. Als ik vroeg wakker word, voelt het raar, zwaar en wel minder heftig. Ik ben in staat te wandelen en de rest van de dag hang ik lusteloos rond. Om tien uur ”s avonds vallen mijn ogen dicht.

Zondag

De nacht heb ik doorgeslapen. Als ik wakker wordt voelt ik me nog steeds zwaar, sloom en uit het veld geslagen. Van binnen voel ik me vreselijk opstandig, wrevelig en rebels. Alles vind ik stom, het voelt ontevreden en ik heb nergens zin in! Enorme tegenstrijdige gevoelens die ik dus moet zien te mennen. Enerzijds een krachtige boze energie. Ik kan nu echt kribbig doen om niets. Anderzijds een net zo krachtige zware lamlendige en terughoudende energie. Als een Duiveltje en een Engeltje met mij er tussenin. Niet wetend wat te doen?


Ik ben met mezelf aan en voel me verdwaald als een dwaallichtje in het moeras. “Het verdwenen zelf komt in mijn gedachten. Ik ben mezelf weer eens kwijt! Jasses, gaan we weer. Nu niet mezelf kwijt geraakt in een relatie en wel op een andere manier verdwaald en stuurloos.

Mennen

Om de tegenstrijdigheid in mij te mennen zal ik op de bok moeten gaan zitten. Het is wellicht al opgevallen dat mijn denkwijze vaak afwijkt dan die van de gemiddelde mens. Ik filosofeer dan ook verder over de bijwerking van gevoelloze voetzolen. Klinkt voor mij nogal ongegrond in de oren, dus ik neem mij voor zo goed mogelijk contact te houden met mijn voeten. Dwaallichtjes werden vroeger gezien als dolende zielen die de overgang niet konden maken. Misschien is het los laten bij dit proces even nodig en ik blijf ook graag met beide voeten op de grond. 

Hanteren van bijkomende gevoelens van de tweede serie chemo

Om de bijkomende tegenstrijdige gevoelens die nu opkomen na de eerste behandeling van de tweede serie chemo te hanteren. Besluit ik eerst ruimte te geven aan mijn gevoel van opstandigheid. Normaal zou ik kunnen gaan hout hakken en dat is nu niet haalbaar. We kunnen wel de tuin in, want er is genoeg te doen. Ondanks het slechte weer rommelen René en ik wat buiten om takken te versnipperen en boomstronken te rooien. De energie ombuigen in een constructieve actie. Bewegen en opruimen in een. Dan geef ik de ruimte aan het andere deel. Ik maak wat pap voor mezelf. René moet zelf even een eitje bakken. Het blijft onwennig om steeds opnieuw balans te vinden tussen zorgen en verzorgd worden. Daarna doe ik een tukkie. 

Maandagochtend

Maandagochtend de wekker gaat. Oh, help! Ik voel me helemaal nog niet in staat om nu auto te rijden. Hoeft vandaag gelukkig ook niet, woensdag pas. Maar volgende week!? Ook niet, dan is het Pasen, die week erna ook niet en daarna is het mei vakantie. Dan besef ik dat de klok een uur vooruit is gegaan. Natuurlijk voel ik me dan s’ morgens niet ineens fit! Het is in mijn hoofd weer eens dramatischer dan de realiteit.

De jongeman ophalen met de auto gaat prima. Morgen zijn we weer een dag verder en woensdagochtend gaat het vast wel. Eigenlijk zit het naar omstandigheden best mee. De eerste weken zijn alweer getackeld. Nog maar elf te gaan.