80. Opgesloten

Opgesloten

Opgesloten. Momenteel breng ik  het grootste deel van de tijd door opgesloten in onze slaapkamer. Ik heb dikke verkering met ons bed. Gelukkig kan ik daar over het algemeen wel goed tegen. Het is tijdelijk en er is contact met de buitenwereld mogelijk. Waar ik minder goed tegen kan is het gevoel opgesloten zijn in mijn lijf.

Opgesloten in mijn lijf

Het voelt vaak of ik opgesloten zit in mijn lijf. Gelukkig ben ik niet verlamd, want dat zou ik nog veel erger vinden. En ik voel me zo zoetjesaan behoorlijk beperkt in mijn bewegingsvrijheid. Mijn lijf kan nu niet doen wat mijn hoofd wil vanwege gebrek aan energie. Dat begin ik  aardig beu te worden. Vooral omdat het steeds langer duurt voordat ik me na de behandeling weer wat beter voel. Waar ik me eerder rond maandagmiddag weer een beetje mens voelde. Duurde het herstellen langer en is het sneller tijd voor de volgende behandeling.

Letterlijk opgesloten!

Omdat ik maandagmiddag vond dat ik lang genoeg opgesloten had gezeten. Ben ik eigenwijs naar de garage gegaan om de zelf gekweekte afrikaantjes in potjes te zetten. Een licht klusje wat in verband staat met leven en groei. René was bezig met zijn machines op het erf. Terwijl ik in de aarde zat te wroeten, ging het rolluik van de garage naar beneden. Ik dacht nog: “Ha, ha, René, lollig hoor.” En ik negeerde het. Bovendien was ik in de veronderstelling dat ik de roldeur van binnenuit ook kon bedienen. Het is allemaal vrij nieuw en ik heb er nog geen ervaring mee. Niet dus! Daar zat ik met Willem opgesloten in de garage…. 

En nu?

En nu? Ik ging eerst eens even zitten. Door het raam kon ik zien dat de schuurdeuren waren afgesloten. René was naar binnen. Nou, dat kan wel even duren voordat hij door heeft dat ik hier opgesloten zit. Omdat ik snel zweet, koel ik ook snel af en de garage is momenteel nog niet op kamertemperatuur. Hoe trek ik de aandacht? Ik begon met een bezem te tikken op het raam en de muur, met de hoop dat Mylo binnen zou gaan blaffen. Dat gebeurde niet. Tussen wat oud speelgoed van Jaro vond ik een blokfluit, maar dat geluid deed blijkbaar zeer aan de oren van Willem. Toch maar weer met de bezem kloppen. En ja hoor, daar ging de roldeur gelukkig omhoog en werden we bevrijd!

Doel

Deze week had ik een doel. Op dinsdag heeft Jaro een korte schooldag.  Als we naar school rijden besef ik dat de timing van mijn herstel geweldig is. Het is licht en niet zo koud. Dat maakt het beter haalbaar om Jaro zelf naar school te brengen. Het is vanwege de tijd niet de moeite om terug te rijden naar huis. Ik rij door naar Alkmaar. Op mijn adres van buurtdiensten is er in de loop van de jaren een ritueel ontstaan. Ieder jaar halen we op de markt tuinplantjes. Voor mijn andere taken is er, naar tevredenheid vervanging geregeld. Dit wilde ik toch graag zelf doen met meneer. Met wat extra paracetamol is het gelukt! Het zweet droop van me af en voordat ik weg moest stonden de plantjes in de pot en hebben we genoten van elkaars gezelschap en koffie met een tompouce. Thuis gekomen ben ik meteen ons bed weer ingedoken. Eigenlijk was het te gek, maar ook de moeite waard, want het ziet er weer erg gezellig uit!

Hoe is het met Jaro?

Jaro voelt zich ook niet snel opgesloten. Hij heeft veel behoefte aan “me time”. Toen de scholen weer werden geopend was hij de enige die dikke tegenzin ervaarde. Het feit dat zijn leeftijdsgenoten hem daarin niet begrijpen, geeft hem juist een eenzaam gevoel. Bovendien beginnen de laatste loodjes voor hem ook zwaarder te wegen. Een aantal klasgenoten weten dat ik chemotherapie krijg en steunen hem heel pittig. En hij wil het niet aan iedereen in de klas vertellen. “Ik wil niet dat ze me zielig vinden” Net als iedere puber is hij op zoek naar steun en begrip enerzijds en zelfstandigheid anderzijds. Wel onder een optelsom van bijzondere omstandigheden. Dat vraagt heel veel energie, naast het continue jetlag gevoel wat pubers sowieso ervaren. Jaro voelt zich overvraagd. Op het moment dat we een mail naar de mentoren hebben verstuurd, met het verzoek een extra oogje in het zeil te houden, is hij zichtbaar opgelucht.

En René?

René brengt me nog bijna iedere morgen heel lief een ontbijtje. En als ik in de keuken kom is de vaatwasser leeg. Dat vind ik toch zo fijn! Het is een beetje gek seizoen dit jaar. Normaal gesproken is René allang aan het grasmaaien bij de boeren. Dit jaar was het nog te koud. En nu het gras inmiddels zo ver is, is de grond te nat. Enerzijds geeft dat lucht. Het is toch het fijnste als René mij zelf kan halen en brengen naar het ziekenhuis. Anderzijds geeft het druk en onrust. Straks komt alles in een keer en wil iedereen tegelijk?! Zelf meddert René nu ook met spierklachten. De hele toestand heeft impact op ons allemaal en brengt nu eenmaal spanning en ongemak met zich mee.