77. Angst voor de dood

Angst voor de dood

Angst voor de dood. Naast angst door schuld en schaamte kan er natuurlijk ook angst zijn ontstaan voor de dood. Heel in het begin, bij het horen van de diagnose borstkanker heb ik dat wel ervaren. Niet zo zeer angst om dood te gaan, maar voor de gevolgen voor mijn dierbaren. Als ik het terug lees raakt het me nog steeds diep. Vooral voor de gevolgen en veranderingen in het leven mijn jongste, Jaro, die nog thuis woont (blog 3) Dat vond ik heel zwaar te verdragen.  Het liefste wordt ik 100 samen met René. En hij is volwassen, het zou pijnlijk en verdrietig voor hem zijn. Na een periode van rouw komt er weer ruimte. Wat we gehad hebben, neemt niemand ons meer af! Mijn oudste Anco is ook volwassen en woont samen. Dan is er al meer afstand, hoewel hij ook zo nu en dan nog een beroep doet op zijn moedertje. Natuurlijk ben ik er dan met liefde!

Sterven 

Sterven zelf zie ik niet zo tegenop. Doodgaan hoort voor mij bij het leven, net als geboorte. Een hemel of een hel geloof ik niet in. Ik geloof wel in een zielenwereld waar alles neutraal is. Wij hebben een lichaam om te ervaren, te voelen en te leren. Na de het overlijden noemen we het ook “het ontzielde lichaam”. Die ziel gaat ergens heen. Als mijn levenscyclus voltooit is denk ik niet dat ik er moeite mee heb mijn kleed te laten vallen. Dit komt misschien ook omdat mijn moeder dat met gratie deed. Zij was naar mij toe vol vertrouwen toen zijn euthanasie liet plegen. Zij vertrouwde op een nieuw begin. Een overgang of doorgang naar het hiernamaals, Daar werd zij opgewacht door haar broer en ouders. Daar ging zij mijn vader opwachten. Op het einde had ze zo veel pijn dat ik het haar alleen nog maar kon gunnen om daarvan verlost te zijn. Natuurlijk was er ook verdriet om mijn vader alleen achter te laten. En zij accepteerde haar lot.

Toekomst perspectief

Toekomst perspectief. Toen in het eerste gesprek met de oncoloog bleek dat we toekomst perspectief hebben (blog 8) ging er een knop om. Ik dacht: “Dit kan ik, dit kunnen wij”. Inwendig had ik al overwogen om chemo te weigeren als de uitslag anders zou zijn. Levensverlengende behandeling betekend niet altijd een goede levenskwaliteit. Dan zouden we toch voor andere keuzes komen te staan. Gelukkig was dat niet het geval. En ik zie nu ook dat er zo veel mogelijk is. Gisteren zat ik nog op de zaal met een dame die al vijf jaar om de acht weken behandeling krijgt zolang ze leeft of zelf beslist te stoppen. Een dame wiens man overleden is en alleen woont. Wel trek heeft maar geen smaak meer ervaart en toch kiest om te leven. 

Angst voor de dood of angst om te leven?

Misschien is de uitnodiging voor mij angst te overwinnen om te leven? Het zal misschien niet altijd zo overkomen en door schaamte en schuldgevoelens heb ik flink geworsteld omdat ik dacht dat ik er niet mocht zijn. Die boodschap werd me regelmatig duidelijk gemaakt. Gelukkig kreeg ik ook andere boodschappen, maar het had toch invloed op mijn ontwikkeling. Door mijn studie en bijbehorende leertherapie heb ik mooie stappen gezet en ik hoop dat dit het staartje is. Zo’n confrontatie met de dood. Hoe ik mijn kankerdiagnose in eerste instantie toch heb ervaren – plotseling zag ik mijn crematie al voor me –  Gaat me niet in de koude kleren zitten. “Wat wil ik nog met mijn leven?”, “Waarom wil ik blijven leven?” Vroeg ik mezelf af. “Uit angst voor de dood?” of “Om verlangen naar het leven en de toekomst?” Moge duidelijk zijn dat mijn verlangen naar het leven en de toekomst mijn drijfveer is. Dit herstelproces geeft nu veel tijd en ruimte voor evaluatie van mijn leven. Natuurlijk zijn er momenten van schaamte, schuld of spijt. Ik wist toen niet anders maar ik heb er wel van geleerd. Dat is waar ik nu ben. Ik kan mezelf vergeven.