82. Dilemma

Dilemma

Dilemma kan lastig zijn. Ik was gisteren op verzoek als eerste aan de beurt in het ziekenhuis omdat René graag vroeg wil, zodat hij de rest van de dag kan gebruiken voor werk. Wel effe wennen om vroeg op te staan. Maar na de behandeling duik ik toch ook weer mijn bed in. Normaal loop ik vooruit om wat te bewegen die dag en pikt René me op met de auto. Maar dat heb ik effe overgeslagen. Tot noch toe geen lastige dilemma’s. Thuis vind ik het makkelijker om nee te zeggen. Als ik twee en half uur aan een infuus zit vind ik het lastiger om uit te wijken of een uitnodiging tot gesprek af te slaan. Zeker als het oudere eenzame mensen betreft…

Aan het infuus komt het dilemma.

Ik zat dus als een van de eerste aan het infuus. Blijkbaar is het systeem dat er twee patiënten aankomen die worden aangesloten en een half uurtje later de volgende twee. Ik zat met een oudere heer, die slecht kan praten en was erg benieuwt wie er nog meer zouden komen vandaag. Na de toediening van de medicatie werd ik, zoals gebruikelijk slaperig. “Goedemorgen” Ik hoorde aan zijn stem dat het de telefoonman was van een paar weken geleden. (blog 68) Schat van een man en ik wist ook: “Als ik nu op hem reageer blijft hij de rest van de tijd kletsen en aandacht vragen”. Er kwam nog een bekende vrij rustige man binnen. Ik mompelde bij beide gedag en bleef in mijn bubbel.

Schuldgevoel over mijn dilemma.

Natuurlijk komt dan mijn schuldgevoel knagen met de stem van mijn innerlijke criticus. Ik voel de ogen van de telefoonman prikken en hoor inwendig. “Nou, aardig ben jij. “Jij kunt het verschil maken of deze man een fijne ochtend heeft of niet he!?” “Hell! Sinds wanneer ben ik daar verantwoordelijk voor?” Dilemma. Ik hoor dat de telefoonman een pogingen doet gesprek aan te gaan met de rustige man en met de verpleegsters. Ik snap het ook wel, hij is thuis alleen dus de behoefte een een praatje is anders dan bij mij. Zeker omdat hij eigenlijk alleen maar wil vertellen. En daar heb ik nu effe geen puf voor. Als we een drankje krijgen drink ik de thee starend naar de bodem van mijn theeglas. En voel zijn ogen als een havik op mij gericht. Jij bent toch de gezellige mevrouw van de vorige keer….?

Vermakelijk

Dan vermakelijk en het is een beetje roddelen. “Goeiemorgen” klinkt het iets te vrolijk. Weer een bekende babbelkous met een bijzondere spreekstijl. Ik vermoed dat hij leraar geweest is. Hij verwoord alles keurig en zegt tussendoor steeds “Ja?”. Met een ondertoon van:  Heb je het begrepen want ik duld geen tegenspraak?! Zoals ik het zeg, zo is het. Dan komt de visser binnen. Hij gaat tegenover de “leraar” zitten, die naast mij zit. De Visser is erg ziek geweest naar zijn eerste behandeling. Nou! de “leraar” gaat hem effe haarfijn en heel lief bedoelt uitleggen wat hij allemaal doen en laten moet. Inwendig moet ik lachen. Mijn hemel! Geloof niet dat de beste visser hier behoefte aan heeft. “Ik zal er aan denken, hoor ik hem zeggen” Met een toon van, het zal wel. Jammer want wat de leraar zegt is waardevolle informatie, maar de manier waarop mist duidelijk zijn doel. Maar je weet niet wat er toch van opgepikt wordt.

Tijd om te spoelen 

Tijd om te spoelen! De kuur zit er weer in en over twintig minuten wordt ik verlost. Ik kruip uit mijn bubbel en vraag. Is het gelukt met de kamper? Heeft u het fijn gehad? Plop! De telefoonman haakt aangenaam verrast aan. Jahhh! Dat gaat allemaal goed, maar met mijn dochter gaat het erg slecht. Zij heeft ook longkanker een regelmatig hoge koorts. Ik ben blij dat ik gewacht heb tot de laatste twintig minuten en hem toch de kans gaf zijn verhaal te doen. Zodra ik verlost ben, wens ik allen een zo goed mogelijk weekend en duik ik thuis mijn bed in om verder mijn roes uit te slapen. Na al dat gekakel van die mannen, geen dilemma!