41. Huildag

Huildag

Gisteren had ik een huildag. Het begon al bij het wakker worden. Eten en drinken staat momenteel erg tegen. Ik mijmerde bij het sluimerend ontwaken over een meergranen croissant. Die hebben we natuurlijk niet in huis. Erom vragen is ook weer zo wat. Terwijl ik weet, dat nu er zo veel onmacht is, zo’n praktische handeling juist voldoening kan geven. “Goeiemorgen. Kan ik iets voor je doen?’ hoor ik. Nu je het vraagt, ik heb zo’n zin in een meergranen croissant. Oh! Maar die kan ik voor je halen!” Fijn! GEEN witte, daar vind ik niks aan. Echt een met die zaadjes erop. “Ja, wil je nog meer?” Ik moet drinken. IJsthee? Vraag ik mezelf hardop af. Ieuw nee! Bij de gedachte ben ik al klaar. “Doe maar GEEN ijsthee”. Ik weet het niet. Laat maat zitten. Ga maar gauw, ik verheug me zo op de croissant!

Drie keer mis.

Dat ging drie keer mis. Witte croissants, ijsthee voor mijn neus en als kers op de top. Wil je boter? Nee, GEEN boter. Wat staat er op mijn nachtkastje…? Op het moment dat ik me zo afhankelijk voel en zo kwetsbaar kan ik dit soort dingen slecht verwerken. Hoe lief bedoelt het ook is. Voor mij voelt het alsof mijn grenzen bruut worden genegeerd en overschreden. “Wat begrijp je niet aan NEE?!”  Ik voel me niet gehoord, gezien en begrepen. Praat ik chinees?! Het kleine beetje zelfbepaling wat ik heb wordt me ontnomen door voor mij te bepalen:  “Dit is goed voor je”. “Dit vind je wel lekker”. Autonomie of zelfbepaling is voor mij een groot goed. En daar ben ik prima toe in staat.

Het zit in mij

Ik ben me bewust dat het in mij zit. Dat het waarschijnlijk een blauwe plek is uit mijn verleden, waar nu op wordt gedrukt. Dat doet zeer. Het heeft geen zin om strijd aan te gaan over witte croissants, ijsthee of boter. Daar gaat het niet om. Het gaat om grenzen. Ik ga schrap op mijn grens staan. Niet bij machte om op dit moment mijn teleurstelling en overrompeling te verwoorden. Bartje bid niet voor bruine bonen! En Co’tje niet voor witte croissants. Het gevolg is dat ik geen hap door mijn keel krijg en niets drink. De stress die dit meebrengt, is verre van goed voor mijn herstel. Een typische communicatie stoornis met gevolg een misverstand wat ieder doel mist. Mede mogelijk gemaakt door goede bedoelingen. Komt in de beste families voor, dat zie je maar weer. En natuurlijk drink ik later wat limonade. Dat gif moet uit mijn lijf!

Huilen.

Zo begon mijn huildag en het zette zich voort omdat mijn puber vandaag een eerste afspraak had bij de orthodontist om te beginnen met het plaatsen van zijn beugel. Hij moest sowieso alleen naar binnen vanwege de Coronaregels. Wat had ik graag in de buurt geweest om hem een hart onder de riem te steken. Hem op te vangen zodra hij weer buiten kwam. René was er wel en die kan dat ook perfect. Natuurlijk ging het hartstikke goed en viel het allemaal mee. En de beperking om zelf als een slap aftreksel in bed te liggen, terwijl hij deze nieuwe stap zet voelt heel verdrietig en pijnlijk. Ik geef me eraan over, kruip diep weg onder de dekens en laat mijn tranen vandaag vrij stromen. Niet mijn puber of een ander, maar mezelf opvangen.

Bloed is goed.

Er was een tijd dat ik dit soort verdrietige gevoelens ontkende. Bloed is goed, pijn is fijn, jeuk is leuk en spastisch is fantastisch! Dat kan heel lang goed gaan en uiteindelijk werkte het niet voor mij. Burn out en depressie liggen op de loer. Het toestaan van gevoelens van ongemak en de pijn doorleven blijkt meer op te leveren dan het ontkennen en hup de schouders eronder. Even doorzetten is in sommige situaties nog steeds de beste optie. Andere situaties vragen om doorleven van gevoel. Blijven hangen in verdriet, angst en ellende helpt ook niemand verder. Ik heb gemerkt dat het een levenskunst is om in contact te blijven met gevoelens en tegelijkertijd de realiteit te aanvaarden. Soms is het zinvol eerst wat ruimte te geven aan gevoelens van ongemak om inbedding te geven aan aanvaarding en acceptatie. Een huildag en mezelf troosten mag best.

Het einde van de huildag

Aan het einde van de dag, als iedereen weer thuis is, vraagt Jaro naar zijn opdracht waar ik hem bij zou helpen. Oh! Help, waar heb ik dat ding?! Er moet van stof een otter worden gemaakt met naald en draad. Niet helemaal zijn hobby. De mijne ook niet en aangezien ik toch weinig anders kan doen wil ik daar best een beetje aan bijdragen. De afspraak is wel dat de eindafwerking en verantwoording bij hem blijft. Even later zit ik te klungelen met naald en draad. Wat is het toch heerlijk om iets te kunnen bijdragen aan het welzijn van een ander! En als de mannen in de vroege avond samen het eten bereiden, prijs ik me gelukkig. Je zal toch doodziek zijn en twee kibbelende haantjes in je je keuken horen! Geef mij dan maar die goedbedoelde witte croissant! Vandaag voelt beter, misschien zelfs weer even naar buiten.