Ziektekostenverzekering
Ziektekostenverzekering was ooit heel vanzelfsprekend voor iedereen geregeld. Ja, zo oud ben ik. Vanmorgen zag ik een mail van de ziektekostenverzekering. Ik moet eigen risico betalen. Dat had ik zien aankomen. Ik dacht, goh, ik zal eens kijken op de app hoe de declaraties verlopen. Ben wel benieuwt naar de onkosten. Omdat ik aanvullend verzekerd ben zal het wel goed zitten, toch?
Hartverknettering!
Hiermee bezorgde ik mezelf bijna een hartverknettering! Ik zag dat er ruim duizend euro niet werd vergoed! Hoe kan dit??!!! Hoge ademhaling, zweten. Er hoeft maar weinig te gebeuren om lichamelijke panieksignalen te activeren. Polis erbij zoeken. Ik zie een mail met het jaarlijkse polis blad en een telefoonnummer. Ik ga bellen. Je kent het wel. Eerst de telefoniste, dan we zijn in gesprek en eindelijk iemand aan de lijn. Ik vertel met bibberende stem wat ik zag. IJskoud wordt mijn polisnummer gevraagd. Hebt u de reden gezien waarom het niet is gedeclareerd? Nee, jongens daar heb ik toch allemaal geen verstand van, wil ik ook niet hebben. What the F****! Het is verkeerd ingediend. U hebt het eerder die maand wel vergoed gekregen. Het ziekenhuis moet het op nieuw indienen. Ik had dit dus gewoon niet moeten zien. Wat niet weet wat niet deert….
Verwerken.
Ik merk dat het veel tijd kost om dit bericht van de ziektekostenverzekering te verwerken. Ik zweet nog even door en langzaam bezinkt de commotie. Dit vind ik geen grappig begin van de dag en moet echt effe bijkomen van de schrik.
Telefoontje
Dan zie ik een app van onze team coördinator van buurtdiensten. Kan ik je bellen? Ja, dat kan inmiddels wel weer. Zij belt om te horen hoe het gaat en zegt er meteen bij, “Ik weet het eigenlijk al, want ik volg je blog. Maar ja, ik dacht het is natuurlijk ook wel netjes om persoonlijk even contact op te nemen”. Superlief! We babbelen over en weer. Dan ben ik direct helemaal alert en klim ik spontaan op de praatstoel. Dat is echt een dingetje van mij, om overenthousiaste reacties te leren beteugelen. De team coördinator probeert het gesprek al een paar keer afronden en ik vind dan nog een dingetje wat ik ook nog wil vertellen! Zo doe ik dat dus. Alles of niets. Ik vraag me af of ik het ooit zal leren doseren? Ben bang van niet, het past bij mij. En ook wel fijn om te merken dat contact weer enigszins mogelijk is. Waar ik een paar weken geleden overprikkeld werd. Nu ook en dat voel ik pas achteraf.
Grenzen
En dan zijn we weer bij grenzen (blog 52) Voelt als “ga terug naar start”. Mijn grenzen tot anderen en grenzen in mezelf veranderen nu constant. Erg lastig om dan te bepalen wat haalbaar is in verhouding tot waar mijn behoefte ligt. Wandelen bijvoorbeeld is een gecontroleerde beweging waar ik weinig fout mee kan doen. Ja, een te lange route en dat kan ik inmiddels wel managen. Echter de stimulerende prikkels die ik krijg en de voldoening van het wandelen ervaar ik als minder bevredigend.
Ik vind het heel leuk dat ik vorige week een stel spechten heb gezien. En dat hier op de hoek van de straat regelmatig een uil in de boom zit. Wandelen is nuttig, met betrekking tot de neuropathie en in de tuin werken voelt zo veel nuttiger en lekkerder! Maar, ja, mijn grens bewaken wordt dan een stuk ingewikkelder. Ik vind het erg moeilijk te bepalen wat nu haalbaar voor mij is, omdat de (zenuw) pijn achteraf komt. s’ Avonds als we op de bank geploft zijn begint het gelazer. Overdag, als ik in de tuin bezig ga, produceer ik endorfine, lichaamseigen morfine (blog 49). Dat geeft houvast en dat maakt ook dat ik langer doorga en meer doe dan haalbaar is op dit moment. Ook hier moet ik dus niet naar mijn gevoel luisteren, maar mijn verstand gebruiken om grenzen te hanteren. (blog 54) Ik moet innerlijk mijn menner op de bok zetten om mezelf tegen mezelf te beschermen. Wel bewegen om pijn van neuropathie te beperken. En tevens de drang beteugelen om te doen wat, tijdelijk, een goed gevoel geeft. Zodat ik minder napijn heb en mijn herstel er niet onder lijdt op de lange termijn.
Verdrietig
In de tuin rommelen help me om te gronden. Uit mijn hoofd in mijn lijf. Even gedachten los laten en met mijn volle aandacht bij hetgeen waar ik mee bezig ben. Gisteren heeft René me geholpen oude schatten neer te zetten om te vullen met planten. Alles moet op hoogte want alles wat groeit wordt door onze reuen omver of dood gepiest. Voor deze bakken probeer ik binnen plantjes op te kweken. Ik vind het, zoals Jaro zou zeggen: “heel verdrietig”. Van het bakje wat hij heeft gezaaid kwamen dezelfde week al kiemplantjes op! In de bakjes die ik zaaide is nog geen teken van leven te bekennen?! Zucht, wat doe ik verkeerd?
Tafeltuin
René heeft beloofd een tafeltuin voor me maken, zodat ik niet om mijn hurken hoef te werken. Hij heeft alleen nog geen jaartal genoemd? Het blijft hier ook altijd een gekke toestand. Op dagen dat ik naar de chemo moet krijgt René werkopdrachten, op dagen dat er geen afspraken zijn, heeft hij vrije invulling betreft zijn werk. Alles draait om het weer. Eigenlijk zouden ze de chemo moeten plannen op de dagen dat het regent. Dat zou voor ons hier het beste uitkomen. Dan nog zou er weinig tijd overblijven voor het maken van de tafeltuin. Maar de intentie is er en wie weet gebeurt er een wondertje?
Voor keukenkruiden heb ik al een minitafeltuin. De rozemarijn, krulpeterselie en bieslook staat honden-pies-proof! Als straks de grote tafeltuin er is, kan ik ook wat groenten en aardbeien telen. Me daarop verheugen maakt me blijer dan kijken naar declaraties van de ziektekostenverzekering!